dinsdag 10 november 2015

Wat een onzin!

Een Franstalige kennis van me - we noemen hem even Philippe, want zo heet-ie ook - vroeg me eens wat ik nou het mooiste woord of begrip van de Franse taal vond. Stond ik daar met m'n mond vol tanden...
Welk woord zou ik noemen? Iets uit de politiek! Of nee, wacht, iets poëtisch! Of toch een klinkend woord dat mijn liefde voor taal uitdrukt?
Philippe, gretige prater die hij is, onderbrak mijn gedachtengang (in het Engels hebben ze het in dit verband over een gedachtentrein - mooi hè?) en zei:

"Mijn favoriete Franse begrip is 'n'importe quoi'!".

Philippe wachtte mijn waarom-vraag niet af en vervolgde:
"Ja, dat begrip is heel veelzijdig: het betekent, nou ja... 'n'importe quoi' ['onzin' of 'wat dan ook/van alles' in het Nederlands], maar afhankelijk van de intonatie en klemtoon kun je er ook je verbazing of juist bewondering mee uitdrukken. Prachtig, vind ik dat!!"
En er volgden nog meer loftuitingen over het genoemde begrip.

Bij het zoeken naar een extra uitleg om bij dit stukje te vermelden, stuitte ik op een Engelstalige site met vertalingen van Franse uitdrukkingen. En wat stond daar als voorbeeldzin?
"N'écoute pas Philippe - il dit n'importe quoi."




PS Mocht je je ook willen verdiepen in 'N'importe quoi', luister dan eens naar het gelijknamige nummer van de Franse zanger Florent Pagny. Niet zo onzinnig, hè?
Zie: https://www.youtube.com/watch?v=mjSWWhr0KtE

PPS De aangehaalde zin betekent: "Luister niet naar Philippe. Hij kraamt onzin uit."


vrijdag 16 oktober 2015

De gunfactor

"Zo'n ziekbed gun je niemand." "Die reis was een fiasco; dat gun je je ergste vijand niet!"

Dat gun je niemand

Deze opmerkingen - en hun varianten - zijn regelmatig te horen en te lezen, als iemand iets ergs/vervelends/verbluffends heeft meegemaakt. Zó erg/vervelend/verbluffend, dat de verteller alleen maar kan concluderen dat zijn lijdensweg niet te dragen zou zijn door iemand anders: dat gun je een ander namelijk niet.

Mooi woord, gunnen. Het betekent dat je graag wil, dat iemand iets krijgt of heeft. Ook kan jou iets toegewezen of toegestaan worden met gunnen: ze gunde me de tijd om het probleem op te lossen. (met dank aan Van Dale Woordenboeken)

Gunfactor

Maar gun je iemand een enge ziekte? Over het algemeen gun je iets positiefs, of ontbreekt het juist aan iets positiefs als iets je niet gegund wordt. We gunnen onze vermoeide vriendin die vakantie. Op de weg wordt je soms weinig ruimte gegund om te manoeuvreren. In de marketing/verkoop spreekt men van de 'gunfactor' (niet te verwarren met het Engelstalige 'gun', want dat is van een heel ander kaliber): een klant moet zo ver gebracht worden, dat ie jou je verkoop gunt. En dat levert weer wat op.

Terug naar het begin van dit stukje: een ziekte gunnen, doe je dus niet. Ziekte is over het algemeen slecht, maar gunnen heeft een positieve basis. Dat bijt elkaar. Duidelijker zou kunnen zijn: "Zo'n ziekbed wens je niemand toe." Dat kan ook bij de tweede zin: "Die reis was een fiasco; dat wens je je ergste vijand niet toe!" Je vijand geef/gun je toch niet graag iets? Het is namelijk je víjand!

Kanker

Alles fijn, gezellig en wel met dat gunnen, maar wat zeg je in dit verband als je iemand werkelijk niet kunt luchten of zien (die vijand, bijvoorbeeld)? Juist dan gun je hem/haar niets. Of heel weinig. Op dat vlak kan de Nederlandse taal ineens (nog) kleurrijk(er) worden: bijna het hele handboek geneeskunde wordt aangehaald om iemand duidelijk te maken, dat ie niet deugt. Inmiddels weten we wel dat het niet gepast is om iemand kanker of een andere ziekte toe te wensen: iemand kanker gunnen, doe je niet. Je gunt iemand herstel.

Toch je buurman met enge hond of overhangende boom eens flink de mantel uitvegen? Wens hem eens het allerbeste toe. Geheid dat ie van z'n à propos is. En zo gun jij jezelf ook een positief momentje!


donderdag 23 juli 2015

Star Trek: Deep Space Nine - culturele obstakels op TV

Okee, komt ie. Ik volg de serie "Star Trek: Deep Space Nine". Voor de duidelijkheid: ik hou helemaal niet van science-fiction, aliens en wat ermee samenhangt, maar DS 9 (voor de intimi) heeft wel wat.
E., mijn man, wilde de serie uit de jaren '90 opnieuw kijken en het liefst met mij. Ik ben er niet trots op, maar ik heb me laten omkopen. Met een massage. Tja, zo gaat dat in relaties.

Trekkie

De eerste aflevering heb ik werkelijk uitgezéten. Kom op: een zoveelste telg van Star Trek, een enorm ruimtestation, uiteenlopende eh... levensvormen aan boord, stijf acteerwerk en een hoog 'eind goed, al goed'-gehalte... Mja, je zou om minder wegzappen. Onbegrijpelijk dat er hele volksstammen (goed, vooral van het mannelijke soort) weglopen met die serie. Pff, en dan dat rondgestrooi met technische termen als er wat gesleuteld moet worden aan computers, metertjes, afweerschermen of iets anders dat stuk is...


Tablets, USB-stick


De techniek speelt sowieso een belangrijke rol in de serie: onze helden moeten namelijk een heel ruimtestation werkend en duizenden bewoners levend zien te houden. Het schijnt, dat er aardig wat apparaten in ons 'echte' leven gebaseerd zijn op wat er in deze serie(s) te zien was: zo gebruiken de personages op DS 9 een soort tablets (veiligheidsrapportages!) en memorysticks (Klingon opera's!) en dat ruimschoots voordat die dingen bij ons, gewone stervelingen, mainstream werden. Wel grappig, dat ze in de serie voor elk onderwerp apart een tablet of stick hebben; dat er meer data op één zo'n ding past, hadden ze nog niet bedacht.

Rules of acquisition

Nou weet je een paar van mijn bedenkingen bij de serie. Waarom kijk ik dan? Star Trek: Deep Space Nine heeft heus interessante kanten. Het feit, dat er verschillende levensvormen op een kluitje wonen, wordt goed gebracht: zo zijn daar de Ferengi's met de onwrikbare handelsrichtlijnen en hun neus (oren!) voor profit, de Klingons met hun strijdbaarheid, de Bajorans en hun geschiedenis met de Cardassians... afijn. Zeker in het begin van de serie wordt er in elke aflevering wel een culturele crisis beslecht. Commander/Captain Sisko neemt hier, met zijn levenservaring en wijsheid, vaak het voortouw.

Cult(uur)

Star Trek: Deep Space Nine is zeven seizoenen op TV geweest en is met recht een 'cult-serie' te noemen. Gaandeweg de seizoenen worden de rode draden langer, de conflicten complexer en de afleveringen boeiender. In de -voor mij- recentste aflevering moest er bijvoorbeeld een gemengde bruiloft plaatsvinden met alle culturele obstakels van dien: welke tradities volgen ze en hoe ver gaan ze erin? De spanning liep hoog op, ook omdat een (schoon)ouder zich in het strijdgewoel wierp (pun intended: het waren namelijk Klingons en die mengen zich héél graag in strijdgewoel).
Verschillen tussen mannen en vrouwen, vrouwen op hoge posities, discriminatie tussen rassen, communicatieproblemen... alles passeert de revue. Je zou het eigenlijk zo kunnen copy-pasten naar het echte leven.

Natuurlijk is het 'slechts' een TV-serie, laten we dat niet vergeten. Maar wel eentje, waar we misschien wat uit kunnen halen op intercultureel gebied: ondanks pogingen daartoe worden normen en waarden uiteindelijk niemands strot in geduwd, maar de bewoners van het DS 9-universum dienen wel rekening te houden met elkaars afkomst. Volgens mij kom je daar een heel eind mee... en niet alleen op DS 9.






 

dinsdag 14 juli 2015

A la carte eten in Peking

Al eerder heb ik geschreven over mijn reis met de Transsiberië-express, maar daar valt zo veel over te vertellen dat ik er nog een blog aan wijd. Waar ik het een tijdje terug had over militair machtsvertoon bij de grens, wil ik je nu meenemen naar het eindpunt van mijn reis: Beijing (of: Peking).

Transsiberië

Ongeveer een maand tevoren was ik vol verwachting en met een rugzak van 16 kilo (!) in Moskou in de trein gestapt. Daar werd ik uitgezwaaid door mijn Russische gastgezin, dat ik sinds m'n studie in Rusland (zo'n 8 jaar eerder) kende en bij wie ik mijn reis was begonnen. Over de Russische gastvrijheid valt een boek te schrijven, waarschijnlijk kom ik er ook nog eens op terug.
Hoe dan ook, daar in de trein drukte mijn 'gastmoeder' een mannelijke, wat oudere medereiziger op het hart goed op haar 'dochtertje' (Russen zijn gek op verkleinwoorden) te letten. De arme man kon bij zo veel aandringen alleen maar plechtig beloven dat ie dat zou doen.
En daar zat ik dan, in de trein op weg naar Siberië.

Berken

Ondertussen gleed de trein onverstoorbaar langs uiteenlopende landschappen: propvolle steden, kale grasvlaktes, complete bossen, totale leegtes en berken, veel berken. Als reiziger maak je ook nog eens tijdsprongen, want het traject strekt zich over zo'n negen tijdzones uit. Ik heb op de raarste tijden aan een ontbijt gezeten. Of was het avondeten?
Niet alleen uitzichten en tijd vlogen voorbij, ook het weer deed een duit in het zakje. Zo was het bij het beginpunt Moskou zo'n 13-15 graden, grijzig en droog, in Siberië zonnig en een comfortabele 20 graden (inderdaad, Siberië is niet permanent in winter gedompeld) en in Mongolië werd het overdag ongeveer 15 graden en 's nachts maximaal een graad of vijf. Aardig om te weten, is dat ik daar in een zogenaamde ger-tent of yurt logeerde...Laten we zeggen, dat het traditionele openhaardje geen overbodige luxe is.

Hittegolf

Na Mongolië volgde China. In de trein kregen wij, reizigers, alleen maar een lakentje toebedeeld om onder te slapen, terwijl er bij de voorgaande trajecten altijd een deken bij zat. En zo warm was het nu toch echt niet!
Later bleek dat de stewards en stewardessen van de trein het bij het rechte eind hadden... Van een schamele 9-10 graden klom de temperatuur tijdens de nachtelijke rit namelijk richting de 30 graden. En op het station van Beijing bleek de hittegolf compleet: zo'n 35 graden. In de schaduw.

Food!

Later die dag ging ik op zoek naar een restaurantje. In een van de vele hutongs vond ik een mooi plekje en vroeg met handen en voeten (sorry, ik beheers geen Chinees) om een menu. Het was me eerder opgevallen dat er bij veel restaurants plaatjes hingen van de gerechten, dus ik hoopte hetzelfde systeem op het menu terug te zien. Helaas...
Met diezelfde handen en voeten probeerde ik een anderstalig menu te regelen. De ober leek me te begrijpen, hij knikte nog eens beleefd en kwam kort daarna terug met een andere map. En nou komt het: dat menu was in het Russisch! Ha, was ik even blij dat ik die taal beheers. Ik bestelde een overheerlijke roerbak van spinazie en ei. En na de maaltijd af te hebben gesloten met een aromatische Chinese thee zocht ik moe en voldaan mijn hotel weer op.

Pas later besefte ik, dat ik me zojuist in China had gered met Rússisch. Huh?










woensdag 8 juli 2015

Carte Postale

Vandaag ga ik het hebben over post; ansichtkaarten om precies te zijn. Voor de jongere lezers onder jullie: een ansichtkaart is een stukje karton van - meestal - A6-formaat, dat je als vakantieganger met zonnige groeten vanaf je vakantie-adres verstuurt naar de achterblijvers. Google of wiki het maar eens!

Over een vakantie mailen of app'en kan toch ook, zeg je? Goed, deze blog is misschien niet voor jou...

Verrassing!

Terug naar mijn post. Afgelopen week zat er een kleurrijke kaart in de brievenbus, vol met Franse taferelen uit de Bourgogne. Ach, om weg te dromen, zo mooi. Wie was er zo attent om een kaartje te sturen? De verrassing was compleet, toen het om een cursist bleek te gaan. De man had Franse lessen bij Verbreed Je Horizon gevolgd en was er toen erg enthousiast over. Het was al prettig om positief commentaar te krijgen, maar een kaart slaat wat mij betreft alles! Het was de opsteker van de dag. Wat zeg ik? Van de wéék!


Daar heb ik wat aan


Vorig jaar gaf ik een kennismakingscursus Russisch: tien lessen vol cultuur, alfabet, basisconversatie, muziek en nieuws. Een van de cursisten had een reis geboekt naar Moskou en Sint Petersburg en wilde de beginselen van het Russisch leren; de cursus kwam haar dus goed uit.
Een paar weken later lag er op de mat een kaart met een foto van de Verlosserskathedraal in Sint Petersburg (Google of wiki hem maar even, ik wacht wel...Mooi hè?). Zo leuk! De boodschap van de cursiste was dat ze toch al aardig de straatnamen en teksten op de gevels kon lezen en dat dat best handig bleek te zijn.

Mijn conclusie: een taal- en cultuurcursus is leuk en handig (!). Maar vooral: tevreden cursisten? Mooi. Post ontvangen van tevreden cursisten? Nog mooier!






PS de Franse zanger Francis Cabrel heeft trouwens een prachtig nummer gemaakt over een "Carte Postale" (= ansichtkaart).

PPS ook zonder vakantiekaart ben je van harte welkom bij de taal- en cultuurcursusen van Verbreed Je Horizon.


woensdag 10 juni 2015

Wie studeert er nou Russisch? Nou, ik!

Regelmatig krijg ik de vraag waarom ik Russisch ben gaan studeren. Of eigenlijk een korte versie van die vraag: "Waarom Russisch?!" Met uitroepteken, alsof het iets heel raars is.

Russische roots?

Ik zou willen dat ik een boeiend of aandoenlijk antwoord had op die vraag. Iets als: ik heb Russische roots. Heb ik niet, maar aan mijn studie in Rusland heb ik dan weer wel een extended family overgehouden, waar ik/mijn man/onze families/vrienden welkom zijn (zo werkt Russische gastvrijheid namelijk!). Een ander antwoord zou kunnen zijn: ik had al járen interesse in dat land en de taal. Ook niet waar. Ik had Gorbatsjov een aantal keer op tv gezien en ik weet nog, dat ik me afvroeg waar een zin begon of eindigde. Geen touw aan vast te knopen.

Chinees

Goed, waarom dan Russisch? Tegen het einde van mijn gymnasiumopleiding werd het, zoals voor veel leerlingen, tijd om open dagen te bezoeken. Ik ging naar een open dag van de Opleiding Tolk-Vertaler met het idee Chinees te gaan studeren. Waarom Chinees? Tja, dat is weer een ander verhaal. Het stond in ieder geval vast, dat ik een taal wilde leren die ver van mijn bed lag. Bij de kennismaking bleek echter, dat die studie anders ingericht was dan ik voor ogen had; dus ik keek nog maar eens op het rooster met proeflessen. Naast het lokaal van Chinees zat het lokaal van Russisch. En die taal lag ook zeker ver van mijn bed! Toen mijn moeder (mijn ouders waren mee naar de open dag; het was in Maastricht - mooie gelegenheid om rond te kijken.) vertelde, dat ze een blauwe maandag Russische les had gehad, besloot ik het maar eens te proberen.

Ik ben nooit meer weggegaan.

Toen gebeurde het

Tijdens de proefles werd ik meteen gegrepen door het aparte alfabet, de lekker complexe grammatica (later heb ik die grammatica weleens vervloekt, maar dat terzijde), de cultuur en de mensen. Naast mij zat toevallig een jongen, die wél al járen geïnteresseerd was in Rusland en alles wat ermee samenhangt. Hij had de prachtigste verhalen over het land, (klassieke) muziek en de cuisine. We zijn later bevriend geraakt, hebben tegelijkertijd in Rusland gestudeerd en ik was erbij toen hij dolgelukkig met z'n Russische vriendin trouwde.

Tegenwoordig geef ik taal- en cultuurcursussen, o.a. over Rusland. Als ik de vraag over mijn studiekeuze heb beantwoord en mijn werkzaamheden heb toegelicht, volgt meestal de vraag/opmerking: "Waarom zou ik dan een cursus Russisch doen? Ik ga er niet heen, ik ken geen Russen, dus ja...".


En nou jij!


Dus ja. Waarom doe je een cursus yoga? Of bridge? Kunstgeschiedenis, bloemschikken of tennis? Voor de lol, de uitdaging, om mensen te ontmoeten natuurlijk. Maar vast ook om eens wat verder te kijken dan je eigen wereld.

En laat dat nou net mijn (bedrijfs)motto zijn... Kom, verbreed je horizon!


vrijdag 29 mei 2015

Waar kan ik doortrekken?

Vandaag schrijf ik over wc's. Ja, dat kan maar beter van meet af aan duidelijk zijn, zodat jij - beste lezer - gewaarschuwd bent. Maak je geen zorgen, ik ga het niet uitgebreid over flatulentie, darmwerking of andere plastische uitingen hebben. Nee, ik gun je vandaag een inkijkje in de internationale kleinste kamertjes. Hoewel, kamertjes...

Gymnastiek

Wie kent ze niet? Die hurktoiletten in Frankrijk, altijd goed voor een paar gymnastische capriolen langs de Autoroute du Soleil. Voor veel mensen een nachtmerrie. Met een beetje geluk kom je opgelucht én droog uit het hokje. En heb je na al die jaren vakantieverkeer in La Douce France eindelijk door dat je, in ieder geval als vrouw, voor het beste resultaat gewoon met je derrière boven de afvoer moet hangen, gaan die Fransen na jaren tegenstribbelen ineens mee met de modernisering en staan er zo maar 'gewone' wc's (lees: zitwc's). Moet niet gekker worden.

Sproeien maar!

Frankrijk is trouwens niet het enige land met hurkwc's. Zo was ik eens op vakantie in Tunesië en, jawel: hurktoiletten. Mét sproeisysteempje ernaast voor na de grote boodschap. Ik kwam deze constructies onder andere tegen in Kairouan (bij de Grote Moskee), maar in meer toeristische oorden zijn ook 'gewone' wc's te vinden.

Er valt ook een hoop (pardon the pun) te zeggen over de entourage. Bij de Romeinen was het toiletbezoek een sociale aangelegenheid, maar bij ons Westerlingen is die dagelijkse gang van zaken weggemoffeld achter gesloten deuren. Soms zitten achter die deuren ware paleisjes, dat dan weer wel.

Saloon

Waar dat meestal niet het geval is, is Rusland. Althans, bij de openbare wc's op de treinstations. Men is daar voorbereid op grote aantallen reizigers, dus de toiletgebouwen zijn vaak behoorlijk omvangrijk. De associatie met veedoorvoer is gauw gemaakt, maar dat terzijde. Hoe dan ook, ik moest eens van de faciliteiten gebruik maken en wat bleek: de hokjes werden afgesloten met een soort saloondeuren. Ja, van die halve klappertjes, zonder slot. Heb je al een beeld?

En het kan nog bonter. In een Russisch gehucht kwam ik eens terecht in een soort betonnen schuurtje, mannen rechtsaf, vrouwen links, geen hokjes, geen doorspoelmechaniek, slechts een vloer. Maar ja, als je moet, dan moet je....

Hee, buuf!

Denk je al behoorlijk wat gezien te hebben op wc-vlak, kom je in Beijing iets anders tegen. Die dag had ik een fiets gehuurd om kriskras door hutongs (verzameling nauwe straatjes met kleine, lage woningen) te fietsen, toen ik merkte dat de grote hoeveelheid thee die ik bij het ontbijt had gedronken, zich meldde. Geen horeca in de buurt, dus ik ging op zoek naar een openbaar toilet. Er was een dame die de bezoeker de weg wijst. En nou komt het. Ze wees naar een punt verder in een toiletruimte, waarin een paar muurtjes haaks op het toegangspad te zien waren; toilethokjes, dacht ik. Goed, op naar het achterste hokje dan maar. Blijken al die hokjes open te zijn! Juist ja, geen deuren. En in elk hokje zat een vrouw op haar gemak haar ding te doen, al keuvelend met de buren. De ambiance had dan ook wat weg van een kippenhok. Jammer dat ik geen Chinees versta, anders was ik vast op de hoogte geraakt van de plaatselijke nieuwtjes.
Later leerde ik, dat de huisjes haast nooit een eigen toilet hebben en dat iedereen gebruik maakt van deze ruimtes.
Raar? Mja, voor een Westerling met zijn toiletpaleisje zeker wel. Dus even slikken en doorlopen, vooral niet tussen de muurtjes kijken.
Aha, daar is mijn hokje. Hee, krijg nou wat, een hurktoilet!











maandag 11 mei 2015

"Red Rusland, maak kindertjes!"

Afgelopen zaterdag was het Dag van de Overwinning in Rusland: de dag waarop de Russen het einde van de Tweede Wereldoorlog vieren. De beelden van de parades, de enorme vlaggen en de massa's mensen deden me denken aan die keer, dat ik getuige was van deze feestdag.

Voor mijn studie was ik in 2000 een halfjaar in Rusland, Moskou om precies te zijn. Ik studeerde er aan de Linguïstische Staatsuniversiteit (MGLU) en verbleef in een gastgezin.
Op 9 mei, de Dag van de Overwinning dus (nee, geen bevrijding: overwinning) was het stralend weer. In het centrum overal mensen, muziek, vlaggen, lawaai.... En: geen verkeer. Een andere wereld in een anders zo drukke stad!

Er lopen ook altijd veteranen (hoe lang nog, trouwens?) tussen de feestende mensen; mannen én vrouwen, die een hoop te vertellen hebben. Om de haverklap worden ze door omstanders bedankt voor hun heldendaden of krijgen ze bloemen in hun handen gedrukt.
Tijdens m'n wandeling belandde ik op een plaatsje achter het Rode Plein, waar een veteraan luid stond te declameren. Er kwamen steeds meer mensen om hem heen staan en ik besloot even te luisteren. Hij bleek een duidelijke visie te hebben over de toekomst van Rusland: de Russen moesten trots blijven op hun geschiedenis, goed voor hun ouderen zorgen en de jongeren moesten vooral maar veel kindertjes krijgen want dat maakt een volk sterk. Ik weet niet of 'sterk volk' het resultaat is van veel kinderen hebben, maar druk wordt het zeker en dan kun je hoe dan ook niet om ze heen.

Het werd me gaandeweg duidelijk, dat de beste man behalve medailles ook een stuk in zijn kraag had en wel erg op dreef was. Dat bleek helemaal, toen hij mij in het vizier kreeg en rechtstreeks tegen mij begon over het belang om als jonge vrouw kinderen te krijgen en ze goed op te voeden (het zweet brak me uit; om meerdere redenen, maar dat terzijde). Hij pakte zelfs mijn hand en legde die zo maar in die van een jonge vent, die in de buurt stond. Triomfantelijk: "Kijk, zo simpel is het, als jonge mensen elkaar maar vinden!" Mijn tegenwerping, dat ik niet van Russische afkomst was en dus geen Russische kindjes op de wereld zou zetten, wimpelde hij af want ja: ik sprak toch Russisch, dan heb ik duidelijk gevoel voor het land en met een Russische man kom je een heel eind.

Of die jongen en ik ons ongemakkelijk voelden, vraag je? Nou, dat is bepaald een understatement. We schoten in de lach en speelden maar een beetje mee. De jongen verontschuldigde zich, min of meer plaatsvervangend. Hij stelde zich netjes voor en liet toen ook maar mijn hand los. De veteraan zelf was inmiddels al bezig met een ander verhaal.

Het heeft me trouwens wel een leuke dag opgeleverd: die jongen bleek met allemaal vrienden en vriendinnen op pad te zijn en ik werd zo meegetroond naar het Rode Plein, waar we met z'n allen feest hebben gevierd. Heeft die veteraan toch voor verbroedering gezorgd.

donderdag 30 april 2015

"Rare jongens, die Romeinen!"

Ken je dat? Dat je zelf vindt dat iets heel voor de hand liggend is, maar dat dat onderwerp voor iemand anders helemaal niet zo simpel is?

Het is mijn werk om, naast taal- en cultuurcursussen, advies te geven over culturele verschillen. Zo leg ik weleens uit, dat er in Rusland anders zaken wordt gedaan dan "bij ons" in Nederland. Dat niet 'zij' per se vreemd zijn, maar dat 'wij' ook zo onze trekjes hebben die apart, vreemd of zelfs ongepast kunnen overkomen. En vakantiegangers, die naar Frankrijk gaan, help ik bijvoorbeeld inzien hoe ze het beste kunnen reageren in geval van onenigheid (bij reserveringen, bij politiezaken, schade etc).
 
Ik ben me ervan bewust dat die werkzaamheden onder de 'softe' sector vallen en dat niet altijd direct meetbaar is, wat het (nuttige) effect ervan is. En we - met name bedrijven- houden nou eenmaal van meetbaar resultaat. Sterker nog, 'wij Nederlanders' zijn over het algemeen direct, to the point en denken al dan niet bewust, dat het daarginds allemaal wel goed zal komen of dat onze werkwijze wel zal zegevieren.

Herkenbaar? Ik heb niets tegen die manier van denken; die "we kunnen het en we weten het"-houding heeft ons ver en veel gebracht, toch? Maar, paradoxaal genoeg, juist in tijden van globalisering werpt het soms meer vruchten af als je je net eens wat meer verdiept in de cultuur van een ander.

Morgen is het 1 mei. In een aantal landen is dat een nationale feestdag. Wil je op die dag winkelen? Succes met het vinden van een zaak, die open is. Wil je als ondernemer afspraken maken? Tja, dan krijg je meestal het antwoordapparaat.

Voor mij is dit dus zo'n voor de hand liggend onderwerp: let op nationale vrije dagen! Ik heb namelijk in verschillende landen gewoond en daar meegemaakt hoe zulke dagen het dagelijks leven stil kunnen leggen. Het is dan ook een onderwerp, dat ik regelmatig aanhaal.
Leren 'we' ervan? Welnee! Een opdrachtgever ging gewoon willens en wetens zonder afspraak op 1 november (Allerheiligen) naar Frankrijk. En een kennis kwam na een vakantie flabbergasted thuis met de opmerking: "Je kunt op zo'n dag écht he-le-maal niets krijgen!!"

Fijn om te weten, dat mijn werk en dat van mijn collega's nog steeds niet overbodig is.



"When in Rome, do as the Romans do."






PS natuurlijk zijn er uitzonderingen: soms is de supermarkt om de hoek ineens open of zijn internationaal georiënteerde bedrijven bijvoorbeeld vaker bereikbaar. Maar toch, een gewaarschuwd mens....

donderdag 16 april 2015

Ontdezing van de taal

Zulke zinnen: "Het gebouw is duidelijk te zien op de foto. Deze vindt u in de bijlage.". Of: "Vul de bon in en lever deze in bij de balie!". Brrr. Ronduit: brrr.

Sinds wanneer zeggen we geen "hem" of " haar" meer bij het vervangen van een zelfstandig naamwoord? Waarom worden sommigen zaken zo omzichtig geformuleerd? De tweede voorbeeldzin kan ook zo: "Vul de bon in en lever hem/'m in bij de balie!" En van de twee zinnen in het eerste voorbeeld kun je makkelijk één zin maken: "Op de foto, die in de bijlage zit, is het gebouw duidelijk te zien."
Dat loopt toch net wat lekkerder.

Ik denk: misplaatste dikdoenerij. 'Deze' klinkt wel heel gedistingeerd, tenslotte. En als een paar (reclame)schrijvers het doen, dan volgt de rest vanzelf.

Wanneer gebruik je nou wel 'deze'? Bijvoorbeeld als aanwijzend voornaamwoord (denk ook aan 'dat meisje', 'die woning'):

- "Ik neem deze!" (zuurstok, auto, bus, jurk, broek, boeken...)
- "Deze man zegt al 30 marathons te hebben gelopen."
- "Deze schoenen zitten lekker, die daar doen echt pijn aan mijn voeten!"
- "Op deze website vindt u...."

Deze (!) varianten zijn minder mooi:

- "Pangasius met gebakken aardappeltjes. Deze komen bij een lokale boer vandaan." (en dan vraag ik me ook af: heeft die boer die aardappeltjes al gebakken, dan?! Maar dat terzijde.)
- "De opening van de school werd verricht door de rector. Deze knipte om 10:00 vanmorgen het lint door."

 Ik pleit voor het ontdezen van onze taal. Wie doet mee?


woensdag 8 april 2015

À la, a la... tralala

Laatst had mijn wederhelft gekookt: een geïmproviseerde nasi met veel groenten, met stukjes roerei, wat ketjap - en dat alles roergebakken. Hij was heerlijk, die nasi à la manlief.

Mooi. Fijn. Zou je zeggen. Nee, waar gingen we het over hebben? Over de uitdrukking "à la", die toch eigenlijk best apart is. We begrijpen hem allemaal: de constructie staat regelmatig op menukaarten of we gebruiken de woorden zelf ("Jongens, we eten vanavond spaghetti à la mama!"); kortom, op de wijze van iemand, liefst met toenaam.
Mijn talenhartje heeft er echter moeite mee: de spelling wisselt nog weleens (a la, à la, ala...) en als de term uit het Frans zou komen - de woorden klinken Frans, toch? - dan klopt het gebruik in het Nederlands lang niet altijd.

Neem nou de zinsnede van hierboven: "...die nasi à la manlief". Het Franse (lid)woord 'la' is vrouwelijk; kijk bijvoorbeeld naar 'la maison' (het huis) en 'la fille' (het meisje). De constructie met het vrouwelijke "à la" en mijn, nou ja... bepaald mannelijke wederhelft E. is grammaticaal incorrect.
[Volg een van mijn lessen om te weten, hoe je à + lidwoorden dan wel correct gebruikt (!) Verbreed je Horizon]

Op een dag kort na ons nasi-diner sprak E. met een collega over zijn culinaire escapades. Ook de gewraakte uitdrukking kwam ter sprake. Die collega dacht dat de uitdrukking uit het Italiaans kwam. Interessant. Op de menukaart bij de Italiaan komen we ze inderdaad vaak tegen: de pasta al pesto, de pizza alla Mozzarella etc.

Maar dan is het spellingsvraagstuk nog niet opgelost: in het Nederlands schrijven we tenslotte "à la" - met of zonder accent grave. Ach, de verbastering van leenwoorden, zullen we maar zeggen.

In Frankrijk gebruiken ze de uitdrukking trouwens zelden op de hierboven omschreven manier. Daar staat bijvoorbeeld wel op het menu: "Poulet à la normande". Op Normandische wijze, dus. En ja, 'normande' is vrouwelijk.
Wij Nederlanders willen, denk ik, gewoon heel graag onze naam verbinden aan onze maaksels. Doen ze in Frankrijk ook wel, hoor. Maar dan zeggen ze: "Voilà! Une pizza à ma façon!". Pizza op mijn manier. En niet anders.


dinsdag 24 maart 2015

Militair machtsvertoon of .... ?

Meegaan met de Transsiberië was een jeugddroom: het leven in de trein, de trein zelf, de mensen, de uitzichten en het op mezelf reizen... alles sprak tot mijn verbeelding. In 2008, inmiddels was ik begin dertig, was het dan eindelijk zo ver! Het lijkt lang geleden, maar sommige -eigenlijk heel veel- voorvallen geven me het gevoel dat ik nog maar pas geleden met mijn rugzak in de trein stapte.

Neem dit voorval...

Het vond plaats bij de grensovergang tussen Rusland en Mongolië, waar de trein en zijn reizigers uitgebreid gecontroleerd werden. Eerst door de Russische 'kant', vervolgens door de Mongolische kant. Dat klinkt misschien redelijk efficiënt in volgorde, maar er zat wel een paar uur tussen.


[Tip voor de reiziger: wees geduldig. Heel geduldig. Alles komt goed. Wellicht anders dan je verwacht, maar het komt goed.]

Hoe dan ook, wij reizigers moesten in onze cabines blijven en vooral rustig afwachten. Tja, hoe doe je dat, als de Russische controledienst een schimmige reputatie heeft en als je onverhoopt - van de spanning?- ineens naar de wc moet?

[Tip voor de reiziger: wc's worden bij zulke stops altijd afgesloten. Meestal wordt dat vooraf aangekondigd. In de lokale taal.]

Onze cabine was aan de beurt. In die cabine verbleven we met vier personen: drie Australische dames, die met een groep meereisden en ikzelf, in mijn eentje op pad. Ineens stond er een militair voor onze neus: "Paspoorten graag!", zei hij, in het Russisch (natuurlijk).
"Goedendag, momentje, hier is het", antwoordde ik, ook in het Russisch. De militair keek me indringend aan en meteen dacht ik: "Daar ga ik! Moet ik nou als buitenlander per se Russisch praten?!". Er werd en wordt namelijk weleens apart op gereageerd. Ook al beheers ik de taal, is het soms niet beter om me voor "de domme" te houden?

Mijn paspoort werd gewikt, gewogen, geknakt en bestudeerd. De man, jong nog, met een gaaf maar streng gezicht, stond daar in de deuropening belangrijk en imponerend te wezen. Van mijn foto gingen zijn ogen naar mij en weer terug naar de foto.
Ineens kwam daar de vraag: "Waar hebt u Russisch geleerd?" Ik antwoordde zo zelfverzekerd mogelijk: "Oh, in Moskou aan de staatsuniversiteit, in Brussel, België en in mijn thuisland Nederland."
Wederom die blik van de foto naar mij. Toen sloeg hij het boekje dicht en stak het naar me uit. Zou dit nog een staartje krijgen? - die vraag spookte in mijn hoofd. Eerder was een Deense mede-passagier, freelance fotograaf op vakantie, namelijk z'n (professionele) fototoestel haast kwijtgeraakt aan de controledienst.

Terwijl het paspoort tussen ons in zweefde, zei de militair, bijna vriendelijk: "Knap hoor, dat u dat hebt gedaan. Goedendag!"